Vanop een afstand (verschillend voor man, vrouw en kind) gooit elke speler enkele bollen naar het doel = de gaai. Elke gaai stelt een aantal punten voor.

Vanop een afstand gooit elke speler metalen schijfjes naar de kikker met geopende bek (een kikker heet "puut" in de streektaal)  De openingen waarin de schijven verdwijenen, bepalen de punten.

Het tafelkegelspel is eigenlijk een binnenhuisversie van de grote kegelbaan. Elke speler gooit de houten bol via de buitenkant naar binnen en probeert aldus een zo groot mogelijk aantal van de negen houten kegels omver te gooien. Iedereen gooit 2x na elkaar, de omgegooide kegels van de eerste beurt blijven wel liggen. 1 omgegooide kegel = 1 punt.